Op zestien september 1920 ontplofte Wall Street. Met een kar vol explosieven belaagden terroristen het hoofdgebouw van de bank J.P. Morgan. Tot op heden is het nog steeds niet bekend wie voor deze aanslag aansprakelijk was. Dit is het uitgangspunt van Jed Rubenfelds tweede roman, Doodsinstinct. De auteur construeert een fictief onderzoek naar de daders. De hoofdpersonages, inspecteur James Littlemore en dokter Stratham Younger, ontdekken tijdens een speurtocht doorheen New York, Washington en Wenen de ware toedracht van de aanval op het bankgebouw.
Door de opmerkelijke plotwendingen en de niet aflatende actie blijft het boek spannend en moeilijk om weg te leggen. Parallel met het politieonderzoek door Littlemore loopt het verhaal van de Franse jongen Luc Rousseau, een kennis van Younger uit de Eerste Wereldoorlog, die tijdens de Duitse plundering van zijn dorp een traumatische ervaring heeft opgelopen, waardoor hij niet meer kan spreken. Op aandringen van zijn zus Colette gaat hij in therapie bij de befaamde psycholoog Sigmund Freud. De nevenschikking van deze twee verhaallijnen, waarvan de ene de zoektocht naar een fysieke misdaad is en de andere een psychisch trauma ontwart, zorgt voor een interessante afwisseling in de roman.
De twee plots worden met elkaar in verband gebracht door de figuur van Colette Rousseau, een mooie Franse vrouw die door Marie Curie werd geschoold in het gebruik van radium. Zij is niet alleen de zus van Luc, maar ook de grote liefde van dokter Younger. Bovendien wordt het in de loop van de roman duidelijk dat ook zij een groot geheim met zich meedraagt. Het speurdersduo doet een beetje denken aan Holmes en Watson. Detective Littlemore en dokter Younger zijn goede vrienden, ze blinken uit in de techniek van de logische deductie en ze zijn daarenboven niet vies van wat harde actie. Beide personages waren ook al de protagonisten van Rubenfelds eerste thriller Moordduiding. [Jeroen Vermeulen] Verberg tekst

In 1919 vindt er in Wall Street een bomaanslag plaats. De FBI en de regering geven de schuld aan anarchisten. Oorlogsveteraan dr. Stratham Younger is getuige. Hij verzorgt gewonden en assisteert zijn vriend James Littlemore van de New Yorkse politie bij het onderzoek. Er volgt een aantal aanslagen op een vriendin van Younger, de Franse radio-chemicus Colette Rouseau, een studente van Madame Curie. Er is een geheim in haar verleden dat Younger graag wil onthullen. Het voert hem door Europa, o.a. langs Sigmund Freud (Younger was een van zijn studenten). Beide lijnen van onderzoek raken elkaar tenslotte. Een rijke historische thriller, losjes gebaseerd op een nooit opgeloste bomaanslag in 1916. Thema’s als psychoanalyse, de ‘nieuwe’ radiologie, financiële macht en corruptie, de waanzin van de Eerste Wereldoorlog krijgen allemaal een plaats. De karaktertekeningen zijn boeiend, de wisselende settings hebben de juiste sfeer, de ontwikkelingen in het verhaal zijn intrigerend. In hoeverre Freud en Curie historisch juist zijn uitgebeeld, doet weinig ter zake. Een heel sterke thriller. Kleine druk. Verberg tekst