Sprotje is lid van de Wilde Kippenclub, een club van vijf meiden uit dezelfde klas, die iets met kippen hebben. Omdat de oma van plan is haar kippen te laten slachten, slaat Sprotje alarm. Er moet een plan bedacht worden om de kippen te redden. De Wilde Kippen vatten het idee op om oma's kippen te ontvoeren, maar daarvoor hebben ze hulp nodig, en die zoeken ze bij een clubje van vier jongens uit hun klas, de Pygmeeën. Het reddingsplan slaagt en de kippen krijgen een veilig onderdak in een schuurtje dat bij de caravan staat die de Wilde Kippen als clubhuis gebruiken. Rond deze kern van het verhaal ontwikkelen zich tal van grotere en kleinere drama's. Zo is er de boomhut van de jongens, met veel zorg opgebouwd en voor een van hen, Willem, bijna zijn tweede thuis. Het bos waarin die staat wordt omgekapt en de Pygmeeën moeten hun dierbare hut afbreken. Voor Willem is dat meer dan hij kan verdragen. Hij is de plek kwijt waar hij zich kan terugtrekken van zijn zeer geweldadige vader en hij …
Lees verder
Sprotje is lid van de Wilde Kippenclub, een club van vijf meiden uit dezelfde klas, die iets met kippen hebben. Omdat de oma van plan is haar kippen te laten slachten, slaat Sprotje alarm. Er moet een plan bedacht worden om de kippen te redden. De Wilde Kippen vatten het idee op om oma's kippen te ontvoeren, maar daarvoor hebben ze hulp nodig, en die zoeken ze bij een clubje van vier jongens uit hun klas, de Pygmeeën. Het reddingsplan slaagt en de kippen krijgen een veilig onderdak in een schuurtje dat bij de caravan staat die de Wilde Kippen als clubhuis gebruiken. Rond deze kern van het verhaal ontwikkelen zich tal van grotere en kleinere drama's. Zo is er de boomhut van de jongens, met veel zorg opgebouwd en voor een van hen, Willem, bijna zijn tweede thuis. Het bos waarin die staat wordt omgekapt en de Pygmeeën moeten hun dierbare hut afbreken. Voor Willem is dat meer dan hij kan verdragen. Hij is de plek kwijt waar hij zich kan terugtrekken van zijn zeer geweldadige vader en hij loopt weg. Spoedig blijkt dat hij zijn toevlucht heeft gezocht in de caravan van de meidenclub, en zo komen de twee clubjes wel dichter tot elkaar. Maar uiteindelijk moet ook hun klassenlerares eraan te pas komen om dat probleem tot een aanvaardbaar einde te brengen. Ook bij de meisjes zijn er gebeurtenissen die een schaduw op hun leven werpen. Sprotje heeft niet alleen te maken met een oma die haar voor allerlei klusjes inschakelt, ze ziet ook met lede ogen aan hoe de relaties van haar moeder steeds weer op een fiasco uitdraaien, zodat die zelfs aan emigreren denkt, een schrikbeeld voor Sprotje. Dan is er Kim, die nog steeds niet over de scheiding van haar ouders heen is. Melanie gaat met haar familie verhuizen naar een kleiner huis omdat haar vader al geruime tijd zonder werk zit. En natuurlijk zijn er de puberperikelen over kleding, puistjes en jongens. Want hoezeer de Wilde Kippen en de Pygmeeën in veel gevallen ook tegenover elkaar staan, de jongens en meisjes weten elkaar in kritieke ogenblikken wel te vinden en te helpen. Cornelia Funke gebruikt de gebeurtenis met de kippen om er een warm verhaal over vriendschap en prille verliefdheid omheen te bouwen. Het verhaal wordt doorspekt met volwassenen in uiteenlopende maten en soorten ? mooi beschreven is de rol van mevrouw Rooze, de klassenlerares ?, en allerlei venijnige en soms kinderachtige plagerijen, maar vooral met geloofwaardige mensen.
De wilde kippenclub mag dan een meisjesclub zijn, daarmee is het boek allerminst een giechelboek geworden. Geen valse sentimenten, geen stoerdoenerij, geen onwaarschijnlijke avonturen, maar een verhaal waarvan de lezer zich kan voorstellen dat hij of zij er een rol in speelt. [Herman Kakebeeke]
Verberg tekst